Het Fonds maakt gebruik van veel ESG-data waar meerdere methodologieën aan ten grondslag liggen. De belangrijkste methodologieën hebben betrekking op de het meten van duurzaamheidsfactoren en het duurzaamheidsprofiel van bedrijven. Het duurzaamheidsprofiel van bedrijven brengt het Fonds in kaart met ESG-ratings, klimaatdata en SDG-scores. Daarnaast voert het Fonds via de fiduciair vermogensbeheerder gestructureerd de dialoog.

Duurzaamheidsindicatoren

De volgende duurzaamheidsindicatoren worden gebruikt voor het meten van het bereiken van de respectieve kenmerken die door het financiële product worden bevorderd.

Voor investeringen in bedrijven:

Ecologische duurzaamheidsindicatoren:

  1. Broeikasgasemissies worden gebruikt in portefeuilleconstructie en betrokkenheid om de klimaatdoelen te bereiken;
  2. Koolstofvoetafdruk wordt gebruikt in portefeuilleconstructie en betrokkenheid om de klimaatdoelen te bereiken;
  3. Broeikasgas-intensiteit wordt gebruikt als een belangrijke maatstaf om de klimaatdoelen te bereiken;
  4. Blootstelling aan ondernemingen die actief zijn in de sector fossiele brandstoffen om de klimaatdoelen te bereiken en voor de beheersing van klimaatrisico in de beleggingsportefeuille.

Sociale duurzaamheidsindicatoren:

  1. Uitsluiting van bedrijven met controversiële wapeninkomsten (productie, handel, opslag en gebruik >0%);
  2. Uitsluiting van bedrijven met tabaksinkomsten (productie >0%, distributie >20%, diensten >20%);
  3. Uitsluiting van bedrijven die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenproblemen en -schendingen;
  4. Uitsluiting van bedrijven die VN Global Compact-principes en Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)-richtlijnen schenden.

Voor investeringen in overheden en supranationale instellingen, en investeringen in onroerend goed:

Ecologische duurzaamheidsindicatoren:

  • Broeikasgasintensiteit van landen waarin is belegd;
  • Blootstelling aan fossiele brandstoffen via vastgoedactiva;
  • Blootstelling aan energie-inefficiënte vastgoedactiva.

Sociale duurzaamheidsindicatoren:

  • Landen waarin is belegd met schendingen van sociale rechten (als bedoeld in internationale verdragen en overeenkomsten, beginselen van de Verenigde Naties en, in voorkomend geval, nationaal recht).

Overig – goed bestuur. Het financiële product belegt niet in bedrijven die niet voldoen aan praktijken van een goed bestuur.
Voor de beoordeling of beleggingen (uitsluitend bedrijven) voldoen aan praktijken van goed bestuur hanteert het Fonds de methodologie van MSCI ESG Research: MSCI ESG Controversies, oftewel de rode vlaggen. Dit zijn beleggingen die volgens de MSCI methodologie worden geacht de UN Global Compact en OESO-richtlijnen te schenden.

Het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is niet van toepassing op de onderliggende beleggingen van het financiële product omdat het zich niet verbindt tot het doen van duurzame beleggingen in de zin van de SFDR, al dan niet in economische activiteiten die kwalificeren als “ecologisch duurzaam” onder Verordening EU 2020/852 (de “EU-taxonomie”).

In de EU-taxonomie is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” vastgesteld. Dit houdt in dat op taxonomie afgestemde beleggingen geen ernstige afbreuk mogen doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie, en dat een en ander vergezeld gaat van specifieke EU-criteria. Het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is alleen van toepassing op de onderliggende beleggingen van het financiële product die rekening houden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten. De onderliggende beleggingen van het resterende deel van dit financiële product houden geen rekening met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten. Andere duurzame beleggingen mogen evenmin ernstig afbreuk doen aan ecologische of sociale doelstellingen.

MSCI ESG Research ESG-ratings

De ESG-rating is een systematiek waarbij een ESG Research provider (in dit geval MSCI ESG Research) bedrijven beoordeelt op hun ESG-beleid en uitvoering en hier een score (‘rating’) voor geeft.

Het Fonds wenst alleen te beleggen in ondernemingen met een ESG-rating hoger dan CCC.

De onderzoekers van MSCI beoordelen data (jaarverslagen en andere publicaties, overheden, NGO’s, media etc.) op het vlak van ESG van c. 7000 bedrijven en van de GICS-sectoren. Bedrijven krijgen een rating lopend van AAA tot CCC op relatieve basis van de prestaties in de sector waarin de onderneming actief is. De onderwerpen waar MSCI naar kijkt bij de totstandkoming van hun rating zijn (samengevat):

Milieu

  1. Klimaatverandering (CO2-emissie, product CO2-profiel, klimaatgevoeligheid, klimaatfinanciering);
  2. Natuurlijke bronnen (water, biodiversiteit en landgebruik, ruwe grondstoffendelving)
  3. Vervuiling en afval (giftige emissies en afval, verpakkingsmateriaal en afval, elektronisch afval);
  4. Milieukansen (clean tech, groene gebouwen, hernieuwbare energie);

Sociaal

  1. Menselijk kapitaal (personeelsbeleid, gezondheid en veiligheid, personeelsontwikkeling, arbeidsomstandigheden in de supply chain);
  2. Productaansprakelijkheid (veiligheid en kwaliteit, chemische veiligheid, financiële producten, privacy en dataveiligheid);
  3. Stakeholder opposition (controversial sourcing);
  4. Sociale kansen (toegang tot communicatie, financiering, gezondheidszorg, voeding);

Governance

  1. Corporate governance (managementstructuur, beloning, eigenaarschap, accounting);
  2. Ondernemingsgedrag (ethiek, belastingtransparantie, corruptie, anti-marktwerking, stabiliteit van de financiële sector).

Voor iedere sector wordt bepaald welke van bovenstaande onderwerpen relevant zijn. De governance is altijd van toepassing. Hierna worden de wegingen bepaald. Ieder relevant onderdeel krijgt een weging in de range van 5% tot 30%. De weging hangt af van de mate waarin een sector bijdraagt aan een onderwerp in verhouding tot andere sectoren (grote bijdrage is een grote weging) en de verwachte periode dat het risico of de kans materialiseert (korte termijn = grote weging). Een hoge impact op de korte termijn weegt ongeveer drie keer zwaarder dan een lage impact op lange termijn.

Om te beoordelen of een onderneming een ESG-risico goed beheerst kijkt MSCI over welke beheersingsmaatregelen de onderneming beschikt en welke blootstelling er is. Van een onderneming die veel blootstelling aan een risico heeft, worden sterke beheersingsmaatregelen verwacht. De risico’s worden per sector bepaald; de exposure per onderneming wordt bepaald op basis van product of dienst, locatie, uitbesteding, etc. De beheersingsmaatregelen zijn bedrijfsspecifiek, waarbij incidenten in de afgelopen drie jaar worden meegewogen in het oordeel.

De uiteindelijke rating wordt gegeven per GICS sub-industrie. De hierboven genoemde onderwerpen en de weging van onderwerpen per sector wordt jaarlijks herzien. Bedrijven krijgen de mogelijkheid om feitelijke onjuistheden te corrigeren en mogen altijd hun rapport inzien. Bij nieuwe informatie wordt een rapport op weekbasis aangepast, met minimaal jaarlijks een volledige review.

Best-in-class

Met de best-in-class aanpak selecteert het Fonds, via de fondsmanagers, bedrijven op basis van de beste ‘ESG ratings’. De ESG-rating is een relatieve score waarbij bedrijven worden vergeleken binnen de sector waarin de onderneming actief is. De rating geeft een oordeel over de onderneming op de onderdelen E, S en G waarbij de wegingen afhankelijk zijn van de activiteiten van de onderneming. De rating is voor een groot deel vooruitkijkend omdat er niet alleen wordt gekeken naar misstanden in het verleden, maar vooral naar de huidige risico’s en de risicobeheersing.

Positieve selectie

Het Fonds belegd in ondernemingen die bijdragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelstelling (SDG’s) gerelateerd aan SDG’s 3,7 en 12.
De bijdrage kan worden gerealiseerd door meer te beleggen in bedrijven die een positieve bijdrage leveren en minder te beleggen in bedrijven die een negatieve bijdrage leveren aan deze SDG’s. In de implementatie maakt het Fonds gebruik van de Sustainable Impact Metrics van MSCI ESG Research. Dit instrument onderscheidt zich van best-in-class beleggen doordat er gericht accenten worden aangebracht naar de SDG’s. Best-in-class richt zich meer op bedrijven die goed scoren op ESG-factoren in het algemeen.

Klimaatdoelstelling

De klimaatdoelstelling van het Fonds is een beleggingsportefeuille CO2-voetafdruk in lijn met de ‘EU Climate Transition Benchmark’, wat betekent dat de emissie jaarlijks ongeveer 7% moet dalen nadat de gemiddelde emissies in het eerste jaar al 30% beneden die van de benchmark lagen. De CO2-voetafdruk (scope 1 en 2) is gebaseerd op het economisch belang in de onderneming als zij deze CO2-data rapporteren en is gewogen naar de Enterprise Value van de ondernemingen in de portefeuille. Het Fonds past vooraf geen standaardmethodologie toe om de voetafdruk te verlagen. Dit wordt per beleggingscategorie bepaald.

Engagement

Het Fonds heeft in het ESG-beleid een invloedsdoelstelling opgenomen. Gezien de omvang en aard van de portefeuille, conformeert het Fonds zich aan het engagement- en stembeleid van de fondsbeheerders. Dit beleid wordt bij de selectie en monitoring van de fondsbeheerders beoordeeld, onder andere op ESG-aspecten. Ook andere aspecten spelen een rol zoals de strategie, de financiële prestaties en risico’s en de kapitaalstructuur van de desbetreffende onderneming. In het Jaarrapport MVB rapporteert het Fonds hoe de fondsbeheerders invulling hebben gegeven aan hun engagement en stembeleid

Uitsluiting

Het Fonds sluit bedrijven en landen uit die betrokken zijn bij activiteiten die op grond van het internationaal recht verboden zijn. Ook sluit het Fonds bedrijven uit die controversiële wapens maken, onderhouden of verhandelen, alsmede bedrijven die het grootste gedeelte van hun omzet halen uit productie, toelevering, distributie en/of verkoop van tabak en tabak gerelateerde producten. Ten slotte sluit het Fonds financiële instrumenten (staatsobligaties, staatsgegarandeerde leningen en beleggingen in staatsbedrijven) uit die worden uitgegeven door landen die zeer laag scoren op mensenrechten, democratie en/of milieubeleid.

Ga terug naar de duurzaamheidsinformatie.