Het pensioenfonds zorgt straks voor alle persoonlijke pensioenvermogens. In de media wordt dit vaak ‘pensioenpotje’ genoemd, maar omdat het geen potje is maar een aandeel in het collectieve pensioenvermogen dat per deelnemer in beeld wordt gebracht, spreken we over ‘persoonlijk pensioenvermogen’. Het persoonlijk pensioenvermogen is niet vergelijkbaar met een spaarrekening bij de bank. Er kan geen geld uit gehaald worden. Het is een deel van het collectief pensioenvermogen dat gereserveerd wordt voor de deelnemer of pensioengerechtigde. Dit sluit ook aan bij de term uit de wet. Iedere maand groeit het persoonlijke pensioenvermogen door de betaalde pensioenpremies (voor actieve deelnemers en arbeidsongeschikten). Het pensioenfonds belegt die premies dan voor alle deelnemers samen. Solidariteit in de nieuwe pensioenregeling vinden sociale partners nog steeds heel erg belangrijk. Dit verandert dus niet. Wat wèl verandert, is dat het rendement op de beleggingen verdeeld wordt over alle persoonlijke pensioenvermogens. Het Fonds bepaalt de verdeelregels in het beleggingsbeleid.
Voor pensioengerechtigden wordt het pensioen iedere maand uit het persoonlijke pensioenvermogen betaald. Hierdoor neemt het persoonlijk pensioenvermogen dus af. De hoogte van die uitkering wordt vastgesteld als het pensioen ingaat. Daarna wordt het ingegane pensioen jaarlijks bijgesteld (omhoog of omlaag). Dit hangt af van de omstandigheden, waaronder beleggingsresultaten en de verwachting hoe lang we nog zullen leven. Er wordt geprobeerd deze schommelingen zo klein mogelijk te houden.
Terug naar het bericht Afspraken sociale partners over nieuwe pensioenregeling bekend